Actualisering van de aanbevelingen voor de behandeling van diabetes type 2: de patiënt als actor van zijn behandeling

Afbeelding
diabetes
De American Diabetes Association (ADA) en de European Association for the Study of Diabetes (EASD) hebben hun gezamenlijke aanbevelingen voor de behandeling van hyperglykemie bij type 2-diabetes bij volwassenen geactualiseerd. De patiënt moet de actor van zijn behandeling zijn.

In de consensus wordt benadrukt dat elke patiënt met type 2-diabetes volledig moet deelnemen aan het beheer van zijn diabetes, met opleiding, gedragsverandering en psychosociale en klinische ondersteuning, naargelang van zijn individuele omstandigheden, risico's en voorkeuren. De patiënt moet bij de behandeling centraal staan en de behandeling moet worden geïndividualiseerd op basis van zijn klinisch profiel en zijn eigen doelstellingen. Geassocieerde comorbiditeiten (zwaarlijvigheid, hartfalen, chronisch nierfalen, niet-alcoholische vette leverziekte, enz…, worden geïdentificeerd.

Bovenal moet de nadruk worden gelegd op het vaststellen van gezonde, haalbare en duurzame eetgewoonten om de doelstellingen inzake metabolisme en gewicht te bereiken. Lichaamsbeweging > 150 min/week matige tot krachtige lichaamsbeweging, en ook 2-3 sessies/week weerstands-, flexibiliteits- en/of evenwichtstraining moeten deel uitmaken van het bewegingsregime van patiënten om de ziekte beter onder controle te krijgen.

Er wordt erkend dat er een U-vormig verband bestaat tussen de slaapduur en het HbA1c-gehalte, waarbij de optimale duur tussen 6 en 8 uur per nacht ligt. Bovendien zijn onregelmatige slaap, obstructieve slaapapneu, rustelozebenensyndroom en slapeloosheid schadelijk voor de kwaliteit van de bloedglucosecontrole.

Metformine blijft het eerstelijnsgeneesmiddel voor de meeste diabetici, maar soms is het niet voldoende om de beoogde bloedglucosewaarden te bereiken. Het zal worden gecombineerd met andere glucose verlagende geneesmiddelen, afhankelijk van hun voordelen en risico's. Ter bescherming van de hart- en nierfunctie bij mensen met een gevestigde hart- en vaatziekte moet de voorkeur worden gegeven aan andere therapeutische klassen, zoals een GLP-1-analoog of een SGLT2-remmer.

Bij de keuze van de therapeutische klasse moet rekening worden gehouden met het voordeel/risico en de verwachte therapietrouw. In het algemeen moet de voorkeur worden gegeven aan die welke een orgaan beschermend voordeel opleveren voor patiënten met een hart- en vaatziekte.