Alcoholverslaving: de darm als nieuw therapeutisch doelwit

Afbeelding
alcool
Alcoholisme treft 8% van de Belgische bevolking. De huidige farmacologische behandelingen, gericht op het herstel van het evenwicht in de neurotransmitters in de hersenen, vertonen een beperkte efficiëntie, aangezien 70 tot 90% van de patiënten binnen een jaar na een ontwenningskuur terugvallen.
De verklaring voor dit falen kan in de microbiota liggen. Het is inderdaad bekend dat darmbacteriën kunnen "communiceren" met de hersenen en gedragsveranderingen teweegbrengen.

Sophie Leclercq, gediplomeerd onderzoeker aan het Leuvense Instituut voor Drugsonderzoek van de UCLouvain (LDRI), heeft onder leiding van Prof. Philippe de Timary, psychiater, en Nathalie Delzenne, voorzitter van het LDRI, belangstelling getoond voor de rol van de intestinale microbiota in de ontwikkeling van de emotionele en cognitieve symptomen die kenmerkend zijn voor alcoholverslaving. De resultaten van het onderzoek toonden aan dat sommige alcoholafhankelijke patiënten wijzigingen hebben in de samenstelling en functie van de darmmicrobiota. 

 

Concreet heeft het onderzoeksteam een fecale transplantatie uitgevoerd door het toedienen van de intestinale microbiota van alcoholische patiënten aan muizen met als doel het effect van deze transplantatie op het gedrag en de hersenfunctie te bestuderen. Een controlegroep van muizen kreeg de darmmicrobiota van gezonde proefpersonen.

De onderzoekers vonden dat de overdracht van microbiota van alcoholische patiënten de muizen depressiever, meer gestrest en minder sociaal maakte. Ze vonden ook veranderingen in neurobiologische paden die van invloed zijn op de hersengebieden die belangrijk zijn voor het reguleren van de beloningsmechanismen van drugs. Ten slotte vertoonden ze een daling van de bloedspiegels van een door de lever geproduceerde metaboliet, β-hydroxybutyraat (BHB), waarvan bekend is dat het veel gunstige effecten heeft op de hersenfunctie en het gedrag. De reden voor deze daling? Het lichaam overproduceert ethanol, wat de BHB-syntheseweg remt. Met andere woorden, bepaalde bacteriesoorten die aanwezig zijn in de microbiota van alcoholische patiënten zijn in staat om zelf ethanol te produceren, wat zowel het metabolisme als het gedrag beïnvloedt.

In het geval van alcoholische patiënten stelden de onderzoekers vast dat de bloedspiegels van BHB correleren met de ernst van de psychologische symptomen: patiënten met een laag BHB-gehalte waren depressiever, minder sociaal en hadden een grotere drang naar alcohol.

Experimentele en klinische gegevens tonen aan dat de driehoek darm-lever-hersenen een rol speelt in de alcoholpathologie. De resultaten van dit onderzoek openen nieuwe therapeutische wegen, gericht op de darm en niet meer op de hersenen, bij de behandeling van alcoholverslaving, besluit professor de Timary.