Alopecia onder chemotherapie en hormoontherapie: nieuwe-aanbevelingen van de ESMO.

Afbeelding
alopecia
De European Society of Medical Oncology (ESMO) heeft eind 2020 aanbevelingen gepubliceerd voor de behandeling van alopecia als gevolg van chemotherapie en hormoontherapie. Het is een bijwerking die vaak voorkomt in deze context en in veel studies wordt onderschat. Er zijn nog steeds weinig preventieve en curatieve oplossingen en die zijn niet erg doeltreffend.

De enige preventieve methode is het dragen van een gekoelde helm.  Deze methode heeft echter enkele contra-indicaties, zoals kwaadaardige hematologieën, totale hersenradiotherapie, posttraumatische dystrofie als gevolg van koude, enz.  Deze methode is betrekkelijk efficiënt. Die is over het algemeen beter onder taxanen en minder onder een behandeling met anthracycline gecombineerd met taxanen of cyclofosfamide.

De ESMO geeft verschillende therapeutische opties voor na de behandeling:

- Het is nuttig de serumspiegels van TSH, vitamine D, zink, ferritine te controleren om een mogelijk tekort te corrigeren.

- De toediening van biotine (2,5 mg of 2.500 microgram per dag) of orthosiliciumzuur (silicone 10 mg per dag) kan worden overwogen, maar wordt over het algemeen niet aanbevolen.

- Minoxidil 5% topical kan het terug groeien bevorderen.

- Toediening van spironolacton 50-100 mg tweemaal daags kan in sommige gevallen alopecia graad 2 verbeteren. De risico/batenverhouding rechtvaardigt echter geen routinematig gebruik, en spironolacton wordt niet aanbevolen.

- Bimatoprost in oogheelkundige oplossing kan ook worden gebruikt bij wimperuitval, maar wordt over het algemeen niet aanbevolen.