In het Verenigd Koninkrijk werd een retrospectieve cohortstudie uitgevoerd. De studie vergeleek, over een periode van twee jaar, een groep oudere patiënten met dementie die antipsychotica gebruikten met een gematchte controlegroep van oudere patiënten met dementie die geen antipsychotica gebruikten. In totaal kregen 35.339 mensen een antipsychoticum voorgeschreven tijdens de onderzoeksperiode. De meest voorgeschreven antipsychotica waren risperidon (29,8% van alle voorschriften), quetiapine (28,7%), haloperidol (10,5%) en olanzapine (8,8%), samen goed voor bijna 80% van alle voorschriften. Vergeleken met niet-gebruikers was het gebruik van antipsychotica geassocieerd met een statistisch significant verhoogd risico op longontsteking, acute nierschade, veneuze trombo-embolie, beroerte, fracturen, myocardinfarct en hartfalen, maar niet op hartritmestoornissen. Dit resultaat werd waargenomen bij zowel conventionele als atypische antipsychotica. Voor bijna alle eindpunten was het risico het hoogst in de eerste zeven dagen na het voorschrijven van het antipsychoticum. Het aantal ventriculaire aritmieën was onvoldoende om ze in de analyse op te nemen. Het meest opvallende resultaat was een 10-voudige toename van het risico op longontsteking. De Belgische Multidisciplinaire richtlijn voor thuiswonende oudere personen met dementie en hun mantelzorgers beveelt als eerste verdedigingslinie gedragsmatige en psychologische ondersteuning aan voor mensen met dementie die gedragsproblemen vertonen. Antipsychotica mogen alleen worden gebruikt als niet-medicamenteuze benaderingen ontoereikend zijn gebleken, of als de gedragsproblemen een risico vormen voor de patiënt, zijn familie of verzorgers. De noodzaak om de behandeling voort te zetten moet regelmatig worden beoordeeld. 

Ref. : 

Mok PLH, Guthrie B, Morales DR, et al. Multiple adverse outcomes associated with antipsychotic use in people with dementia: population based matched cohort study. www.cbip.be