Bronchiolitis: hoop op een nieuwe preventieve behandeling

Afbeelding
Bronchiolitis
De bronchiolitis-epidemie trof vorig seizoen in 2021 meer kinderen dan in 2020 en in de pre-pandemische jaren. Deze ongekende toename van het aantal gevallen van bronchiolitis weerspiegelt de 'fout' van de immuniteit als gevolg van de barrièremaatregelen van de Covid-jaren. Wat de behandeling betreft, zou er binnenkort een nieuwe preventieve behandeling beschikbaar moeten zijn. De EU heeft zojuist een monoklonaal antilichaam goedgekeurd, nirsevimab.

RSV-infectie is veruit de belangrijkste pediatrische aandoening, gevolgd door rotavirus gastro-enteritis waarvoor het vaccin sinds enkele maanden wordt aanbevolen. Bovendien veroorzaakt RSV bronchiolitis, maar bevordert ook bacteriële superinfecties met pneumokokken, die soms niet zo ernstig zijn (oorontstekingen), maar die wel ernstiger kunnen zijn (longontsteking).

Een nieuw monoklonaal antilichaam dat volgens hetzelfde principe werkt als palivizumab, nirsevimab, heeft zopas een Europese vergunning voor het in de handel brengen (MA) gekregen. Palivizumab was aangewezen om bronchiolitis bij zeer premature baby's te voorkomen, maar het moest gedurende verscheidene maanden worden toegediend (een maandelijkse intramusculaire injectie) en de kosten van dit preventieprogramma zijn zeer hoog. Een enkele intramusculaire injectie beschermt gedurende 6 maanden. Mogelijke RSV-vaccins worden bestudeerd, maar zij zouden deze behandelingen aanvullen met monoklonale antilichamen. Het risico van ziekenhuisopname voor bronchiolitis is namelijk 90% bij één maand, 70% bij twee maanden en 50% bij drie maanden: geen enkel vaccin zou vroeg genoeg in dit verloop komen.