Cosmetisch

Methylisothiazolinone (MIT), een conserveringsmiddel dat wordt aangetroffen in cosmetische producten, waaronder in reinigingsdoekjes, maar ook in waterverf, schoonmaakproducten en alledaagse consumentenproducten zoals lijm, is het allergeen van het decennium dat verantwoordelijk is voor een groot aantal gevallen van allergische contactdermatitis. Het verbod op het gebruik in cosmetische producten in 2017 en de concentratiegrenswaarde in gespoelde producten in 2018 hebben geleid tot een duidelijke vermindering van het aantal allergische reacties. Toch is MIT nog steeds aanwezig en kan het kruisen met andere isothizolinonen, die niet zijn toegestaan in cosmetica, zoals benzysothiazolinon of octylisothiazolinon (OIT). Deze laatste, die gebruikt wordt als biocide bij het looien van leer, kan contactallergieën veroorzaken via bepaalde lederen voorwerpen.

Etherische oliën vormen een bron van contactallergieën, die ernstig kunnen zijn en vaak ongekend, de patiënt denkt niet aan hun verantwoordelijkheid gezien hun zogenaamde 'natuurlijke' kant.

Het is daarom belangrijk om erover na te denken en systematisch te zoeken naar hun eventueel gebruik bij het onderzoeken van contacteczeem.

De mode van kunstnagels, gelcapsules en semipermanente nagellak heeft geleid tot methacrylaat-allergische eczemen, zowel bij schoonheidsprofessionals als bij gebruikers die soms gebruik maken van doe-het-zelf kits die op het internet worden verkocht.

Voeding

Veranderingen in de eetgewoonten, met de consumptie van producten die tot nu toe weinig geconsumeerd zijn in West-Europa, zoals paranoten, cashewnoten en pijnboompitten, hebben geleid tot het ontstaan van nieuwe allergieën.

Onlangs is een allergie voor rood vlees en slachtafval ontdekt, die verband houdt met de aanwezigheid van een suiker l'α-gal (galactose α1-3 galactose) in het vlees van niet-primaterende zoogdieren, patiënten raken gesensibiliseerd na een tekenbeet. Het bijzondere van deze allergiesymptomen (urticariële reacties die kunnen gaan tot anafylactische shock) is dat ze vaak laat optreden, 3 tot 6 uur na inname van het voedsel.

Ernstige allergieën voor schapen- en geitenmelk hebben zich de laatste jaren ook ontwikkeld bij patiënten die geen koemelkallergie hebben en vaak atopisch zijn. Deze allergenen kunnen verborgen aanwezig zijn in bereide gerechten.

Op diagnostisch niveau maakt de bijdrage van recombinant-specifieke IgE-tests het nu mogelijk om de verschillende allergenen in een voedingsmiddel op te sporen en het klinische risico in geval van inname te voorspellen.

Geneesmiddelen

Protonpompremmers, die over het algemeen goed verdragen worden, kunnen verantwoordelijk zijn voor soms ernstige vormen van toxiciteit en geïnduceerde lupus. Controlepuntremmers (anti-PD1 en anti-PDL1) zijn verantwoordelijk voor vele immunologische verschijnselen en uitslag, maar ook voor ernstige en soms atypische toxische aandoeningen.

Tot slot blijven penicillines en derivaten waarvoor veel patiënten ten onrechte worden bestempeld als allergisch, allopurinol, anti-epileptica of sulfamethoxazol grote klassiekers van de geneesmiddelenallergie.