De covid-19 vaccinatie bij zwangere vrouwen

Afbeelding
zwangere vrouwen
De gegevens over vaccins op basis van een boodschapper RNA, die momenteel beschikbaar zijn voor zwangere vrouwen, vrouwen die zwanger willen worden en moeders die borstvoeding geven, zijn nog beperkt. In het licht van de beschikbare informatie heeft de Hoge Gezondheidsraad een eerste advies uitgebracht waarin geen routinematige vaccinatie voor deze groep wordt aanbevolen. Het HGR geeft daarmee aan dat het in overeenstemming is met de recente aanbevelingen van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het Britse comité van onafhankelijke deskundigen JCVI.
Samenvatting van de verschillende aanbevelingen.

Voor zwangere vrouwen:

De HGR beveelt dus geen routinematige vaccinatie van zwangere vrouwen aan. Vaccinatie van zwangere vrouwen kan echter op individuele basis worden overwogen als de baten-risicoverhouding in het voordeel van vaccinatie uitvalt, d.w.z. als de voordelen van vaccinatie van een zwangere vrouw groter zijn dan de potentiële risico's van het vaccin (bv. bij gezondheidswerkers in de met een hoog blootstellingsrisico en vrouwen met co-morbiditeiten waardoor zij in een risicogroep voor ernstige COVID-19 vallen).

Voor vrouwen van vruchtbare leeftijd en/of die zwanger willen worden:

Gezien het beperkte aantal gegevens over dit onderwerp en het feit dat de bestaande gegevens bij dieren geen gevolgen van vaccinatie aantonen voor zwangerschappen in wording of zich in de pre-conceptiefase bevinden, heeft de HGR geen bezwaar tegen de systematische vaccinatie van vrouwen in de vruchtbare leeftijd die zwanger willen worden, als het uitstel van een zwangerschap tot na de tweede dosis vaccin geen optie is, vooral bij gezondheidswerkers met een hoog blootstellingsrisico en vrouwen met co-morbiditeiten die hen in een risicogroep voor ernstige COVID-19 plaatsen.

Bij vrouwen die borstvoeding geven:

Ondanks het gebrek aan beschikbare klinische gegevens over dit onderwerp, is de aannemelijkheid van een toxisch effect bij zuigelingen die borstvoeding krijgen gering, zo niet onbestaande. Zoals vermeld in de meest recente aanbevelingen van de WHO, heeft de HRG in dit verband geen bijzondere bedenkingen.

Alle vrouwen die borstvoeding geven kunnen dan worden gevaccineerd, des te meer als zij in de gezondheidszorg werken of tot de groepen behoren die met voorrang moeten worden gevaccineerd.