De fotosensitiviteit is verantwoordelijk voor ongeveer 8% van de ongewenste cutane bijwerkingen van de geneesmiddelen

Afbeelding
photosensibilite
De fotosensibilisatie van een geneesmiddel is een overdreven en/of abnormale huidreactie op licht in verband met de inname van een geneesmiddel. Gewaardeerd in de puvatherapie blijft het evenwel een ongewenste bijwerking waarbij de preventieve rol van de apotheker belangrijk is. De lijst van foto sensibiliserende geneesmiddelen, zowel systemisch als lokaal, is lang en er verschijnen regelmatig nieuwe; ze kunnen verantwoordelijk zijn voor fototoxiciteit (overdreven verbranding door de zon), foto-allergie (eczeem), soms beide.

De belangrijkste verantwoordelijke geneesmiddelen: 

- Cyclines (doxycycline, minocycline): dosisafhankelijke fototoxiciteit met zonnebrand en foto-onycholyse laesies

- Quinolonen (ciprofloxacine, norfloxacine, ofloxacine)   

- Amiodaron 

- Actuele anti-acne middelen (benzoylperoxide, retinoïden)

- Statines zijn foto-sensibiliserende moleculen, met name simvastatine, waarvan bekend is dat het fotoallergische reacties veroorzaakt. Simvastatine en pravastatine kunnen verantwoordelijk zijn voor lichtgevoeligheid geïnduceerde lupus.

- Fotosensitisatie gebeurtenissen kunnen gerelateerd zijn aan het gebruik van serotonine heropname remmers zoals fluvoxamine of paroxetine. Deze fotoallergische reacties suggereren kruisreacties tussen de verschillende moleculen en de hele medicijnklasse moet worden gecontra-indiceerd in het geval van een ongeval met een van hen.

- Actuele niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen: vooral ketoprofen, het eerste foto-allergeen. Het vereist bescherming tegen de zon tijdens en tot twee weken na het stoppen van de behandeling. Er bestaat een risico op kruisreacties met moleculen met vergelijkbare structuren, zoals tiaprofenicumzuur, fenofibraat, zonnefilters op basis van oxybenzon en recentelijk octocryleen, een stof die als zonnefilter wordt gebruikt. Diclofenac is de minst foto sensibiliserende ontstekingsremmer.

- Andere: griseofulvine, antimitotica (5 FU, enz.), voriconazol, kinine, fibraten, sulfonamiden, diuretica met een sulfonamidestructuur (furosemide) en hypoglycemische middelen (glibenclamide, gliclazide ...) methotrexaat met gevallen van reactivering van zonnebrand bij patiënten die niet meer worden blootgesteld aan de zon, ...

Fotosensibiliseringsreacties komen vaker voor in de zomer, maar kunnen voorkomen op bewolkte dagen en zelfs bij afwezigheid van direct zonlicht.

Welke behandeling?

- De eerste preventieve maatregel is het zoveel mogelijk opschorten van een foto sensibiliserende behandeling tijdens de perioden van intens zonlicht.

- Een andere maatregel: zich geleidelijk aan bloot te stellen aan de zon om de natuurlijke desensibilisatie in gang te zetten.

- Automatische fotobescherming met kleding en zonnecrème SPF 50+ is essentieel. Het voordeel van minerale filters is dat ze geen allergie risico's met zich meebrengen.