Teken-encefalitis wordt veroorzaakt door een virus dat wordt overgedragen door de beet van een Ixodes teek.  Dit flavivirus is een belangrijke ziekteverwekker bij de mens. Er zijn drie subtypes van het virus: het Europese of westerse subtype, het Verre Oosten-subtype en het Siberische subtype. Overdracht is ook mogelijk door de consumptie van besmette niet-gepasteuriseerde zuivelproducten.

Volgens de aanbevelingen van de Raad van het Instituut voor Tropische Geneeskunde is TBE (tick-borne encephalitis) endemisch in de beboste plattelandsgebieden van verschillende Midden-Europese landen, bekend als de "TBE-gordel" (Oostenrijk, Zwitserland, Zuid-Duitsland, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Polen, het voormalige Joegoslavië, Rusland, Bulgarije, Roemenië, etc.), maar er zijn ook gevallen van besmetting in Zweden, Denemarken en de Baltische staten. Het risico op besmetting verhoogt in het vroege voorjaar tot het late najaar.

De Oostenrijkse regering waarschuwt de inwoners en toeristen officieel via de apotheken.

Als de patiënt geïnfecteerd is, zal hij of zij binnen 4 weken na de injectie griepachtige symptomen krijgen, in een tweede fase zullen er neurologische symptomen optreden. De morbiditeit is leeftijdsafhankelijk, waarbij meningitis in de kindertijd en de adolescentie overheerst, terwijl de helft van de getroffen volwassenen een encefalitis ontwikkelen.

Er is geen antivirale behandeling beschikbaar. Vaccinatie geeft een totale werking van 96,3 tot 98,7% bij mensen die regelmatig worden gevaccineerd. Het biedt bescherming tegen de drie subtypen van het TBE-virus en wordt aanbevolen voor mensen in risicovolle gebieden die tijdens het actieve teekseizoen in de buitenlucht actief zijn.