"Bij het onderzoek naar allergisch contacteczeem is het testen met persoonlijke producten van patiënten essentieel, naast commerciële allergenenbatterijen. In geval van positiviteit voor persoonlijke producten zijn tests met door de fabrikant verstrekte ingrediënten noodzakelijk om het verantwoordelijke allergeen of de verantwoordelijke allergenen te identificeren, vooral als deze niet in de commerciële assemblage zitten. Deze samenwerking maakt het mogelijk nieuwe en/of opkomende allergenen te identificeren, patiënten te begeleiden bij de eliminaties die moeten worden uitgevoerd om terugval te voorkomen en zo nodig herformuleringen te oriënteren. Essentiële oliën zijn in de mode en worden gebruikt voor de behandeling van uiteenlopende aandoeningen. Enkele opmerkelijke gevallen van allergie zijn gemeld bij het plaatselijk gebruik van Nigella sativa olie (DRESS-syndroom), tea tree olie (Melaleuca alternifolia) bij de behandeling van molluscum contagiosum (SAD), wratten en schimmelinfecties van de voet, een eerste geval van contactallergie voor Gaultheria procumbens (wintergreen), gebruikt bij de lokale behandeling van kniepijn, alsook contacteczeem met tea tree. Andere problematische plantenallergenen zijn sint-janskruid, dat maculopapuleus exantheem kan veroorzaken, en maretak, dat bij één patiënt, na aanvankelijke urticariële reacties op de injectieplaats, algemene urticaria, angio-oedeem en buikpijn veroorzaakte. Volgens een recente Australische studie kan het nuttig zijn kruiden te testen bij patiënten met cheilitis difficile. De auteurs testten vooral nootmuskaat-, koriander- en gemberpoeder.