Prontontherapy: een grote sprong voorwaarts in de behandeling van bepaalde kankers
Protonentherapie is een bestralingstechniek waarbij een bundel protonen wordt gebruikt, niet een bundel fotonen (röntgenstraling) zoals bij conventionele radiotherapie. Protonen, positief geladen deeltjes die uit de kern van een atoom komen, geven pas hun maximale dosis af wanneer ze een bepaalde indringingsafstand in het lichaam bereiken. Zodra deze limiet is bereikt, stopt de straling. De totale stralingsblootstelling is dus lager. "Sommige gezonde weefsels die bijzonder gevoelig zijn voor bestraling kunnen zich te dicht bij de tumor bevinden, waardoor het vrijwel onmogelijk is ze te behandelen zonder de levenskwaliteit van de patiënt in gevaar te brengen. Protontherapie biedt een betere bescherming voor gezond weefsel en vermindert het risico om een nieuwe kanker te ontwikkelen die door de behandeling zelf wordt veroorzaakt", legt Dr. Jean-François Daisne, Hoofd Oncologische Stralingstherapie van UZ Leuven, uit.
Voorheen moesten de in aanmerking komende patiënten naar een centrum in het buitenland reizen, zoals in Duitsland, Frankrijk of Zwitserland. Nu kunnen ze hun behandeling krijgen in Leuven in de Particle, het hoogtechnologisch centrum voor protontherapie van het UZ Leuven. Die wordt samen met de Cliniques Universitaires Saint-Luc (UCLouvain) uitgebaat.
In België wordt het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor protontherapie geschat op 150 tot 200 per jaar. Het zou in de toekomst kunnen toenemen als nieuwe indicaties voor behandeling worden gevalideerd op basis van klinische of wetenschappelijke studies. "In vergelijking met de buitenlandse centra voor protontherapie is het Belgische centrum uniek omdat het geïntegreerd is in een groot universitair ziekenhuis, met directe toegang tot de MRI-scanner en de anesthesiefaciliteiten", zegt Prof. Xavier Geets, hoofd van de afdeling oncologie-radiotherapie van het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc (UCLouvain). Hierdoor kan de patiënt volledig en snel worden behandeld, waardoor de kans op herstel toeneemt.
Nathalie Evrard