Sinds 2021 houden Sciensano en het ITM met het MEMO+ project (Monitoring exotische Aedes muggen in België) de aanwezigheid van exotische muggen in België nauwlettend in de gaten. Het project monitort met name 8 parkeerplaatsen langs autosnelwegen waar tijgermuggen via het wegverkeer ons land kunnen binnenkomen. Om een nog beter beeld te krijgen van de verspreiding van tijgermuggen in ons land hebben ze het platform www.muggensurveillance.be Door het actieve onderzoek van de onderzoekers in het veld, gecombineerd met openbare meldingen op het participatieplatform, is de tijgermug in 2022 op 12 verschillende locaties aangetroffen, waarvan 3 dankzij actieve monitoring en 9 dankzij passieve monitoring. Een groter aantal dan verwacht. Iedereen die denkt de kleine zwart-wit gestreepte mug te herkennen, kan er een foto van maken, naar www.muggensurveillance.be surfen, de eenvoudige identificatiestappen volgen en vervolgens de foto uploaden. De website bevat ook informatie over de kenmerken, eilegplaatsen en het steekgedrag van de tijgermug, alsook over de ziekteverwekkers die deze mug kan overbrengen en advies om eilegplaatsen en steken te vermijden. Een kaart met de resultaten van de meldingen is ook beschikbaar. Waarom zoeken we naar de tijgermug? De tijgermug veroorzaakt overdag veel last door zijn agressieve steekgedrag. Bovendien kan deze mug, na het bijten van een besmet persoon, virussen als dengue, chikungunya en zika overbrengen op andere mensen. Het is daarom belangrijk om een goed beeld te hebben van de aanwezigheid en introductie van deze muggensoort in ons land. Een zieke persoon en een tijgermug vormen een gevaarlijke cocktail voor de volksgezondheid. "Surveillance van exotische muggen is van cruciaal belang. Als we tijdig vaststellen waar ze opduiken, kunnen ze sneller en effectiever bestreden worden. De afgelopen jaren is het aantal ontdekte muggen toegenomen en deze trend zal zich naar verwachting de komende jaren voortzetten. We weten nog niet zeker of de tijgermug hier heeft overwinterd, maar het is belangrijk om eventuele introducties en populaties goed in de gaten te houden. Zo kunnen we het risico op virusoverdracht inschatten", legt Isra Deblauwe, entomoloog bij het ITM, uit.