Voeding en COVID-19: het belang van de ijzer- en vitamine D-status

Afbeelding
fer
Spaanse onderzoekers, van wie het werk zojuist is gepubliceerd in het tijdschrift Nutrients, hebben de verbanden tussen bepaalde voeding statussen en COVID-19 bestudeerd.

Voor de goede werking van het immuunsysteem acht de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) zes vitaminen (vitamine A, D, C, B9, B6, B12) en vier mineralen (koper, ijzer, selenium en zink) van essentieel belang. De wetenschappers hebben de huidige stand van de kennis over de invloed van deze voedingsstoffen op het functioneren van het immuunsysteem en hun potentiële rol in de preventie of behandeling van COVID-19 geëvalueerd. Vervolgens hebben zij de voedingsstatus van de populaties samengesteld aan de hand van gepubliceerde bronnen en een analyse van voedingsgegevens uit 10 Europese landen om het verband tussen de voedingsstatus van de landen en de epidemiologische gegevens van COVID-19 te evalueren.

Zij hebben ook gekeken naar de potentiële invloed van de genetica, gebaseerd op een selectie van genetische varianten die vooraf in genoom-brede associatiestudies werden geïdentificeerd op de status van de 10 onderzochte nutriënten. Dankzij de genetische informatie in toegankelijke databanken over individuen uit Europese populaties konden zij dus inschatten dat sommige landen een hoger risico op een suboptimale status voor sommige van de onderzochte nutriënten zouden kunnen inhouden. De resultaten tonen aan dat suboptimale inname van vitamine D, vitamine C, vitamine B12 en ijzer gecorreleerd is met de incidentie van COVID-19 of COVID-19 sterfelijkheidsindicatoren, met name bij populaties die genetisch gezien een lagere microvoedingsstatus hebben. De bevindingen van deze studie benadrukken opnieuw het belang van vitamine D en ijzer voor het immuunsysteem en voor de preventie en controle van COVID-19, concluderen de onderzoekers.