Ziekenhuiszorg thuis: chemotherapie en antibiotica vanaf 1 juli

Afbeelding
x
Vanaf 1 juli 2023 kunnen patiënten deels hun chemotherapie of langdurige intraveneuze antibioticabehandeling thuis krijgen. "Dit is een belangrijke stap in de cultuuromslag die we maken in de gezondheidszorg. In de toekomst zullen patiënten steeds meer gespecialiseerde zorg thuis kunnen ontvangen. We maken dit mogelijk door de samenwerking tussen zorgverleners binnen en buiten het ziekenhuis aanzienlijk te versterken," zegt Frank Vandenbroucke.

Twee vormen van behandeling worden vanaf 1 juli 2023 structureel mogelijk gemaakt door thuishospitalisatie: chemotherapie en langdurige intraveneuze antibioticabehandeling. Nadat de behandeling twee keer in het ziekenhuis is gegeven, kunnen patiënten ervoor kiezen om de behandeling thuis voort te zetten. Deze behandeling in de thuissituatie wordt uitgevoerd met toestemming van de behandelend specialist en in nauw overleg met de huisarts. Het zorgteam van het ziekenhuis coördineert de opname thuis en legt ieders taken en verantwoordelijkheden vast. De patiënt behoudt altijd het recht om in het ziekenhuis behandeld te worden. De K.B. geeft alleen toestemming om een beperkt aantal (ziekenhuis)geneesmiddelen bij de patiënt thuis te verstrekken en toe te dienen. Dit zijn specifieke antibiotica of oncologische geneesmiddelen voor intraveneus of intramusculair gebruik en specifieke bijbehorende geneesmiddelen (bijvoorbeeld een verdovingsmiddel). In veel gevallen worden deze geneesmiddelen alleen vergoed in ziekenhuizen. Bovendien kunnen ze alleen bij de patiënt thuis worden afgeleverd en toegediend tijdens de behandelingsperiode die anders in het ziekenhuis zou hebben plaatsgevonden. Dit is een belangrijke eerste stap. Het aantal mensen dat hiermee te maken krijgt wordt geschat op 2.603 voor chemotherapie en 918 voor antibioticabehandeling (een vermindering van respectievelijk 16.247 en 20.328 ziekenhuisdagen). Het totale budget voor thuishospitalisatie voor deze groep patiënten bedraagt 6,4 miljoen euro, waarvan 2,2 miljoen euro wordt overgeheveld van het ziekenhuisbudget naar de eerstelijnsvergoeding. Het kader is nu aanwezig om hospitalisatie thuis in de toekomst uit te breiden naar andere vormen van behandeling.