Het uitstellen van de diversificatie van voedingsmiddelen verhoogt het risico op allergie

Afbeelding
x
Een recent onderzoek toont aan dat kinderen die voor de leeftijd van 10 maanden nog niet zijn blootgesteld aan belangrijke allergene voedingsmiddelen, twee keer zoveel kans hebben om een voedselallergie te ontwikkelen voor de leeftijd van 5,5 jaar.

Een studie uitgevoerd door l’INRAE,, gebaseerd op het Elfe cohort en gepubliceerd in het tijdschrift "Allergy" op 27 juli, toont het belang aan van de introductie van zogenaamd allergeen voedsel op hetzelfde moment als ander voedsel, vanaf de leeftijd van 4 maanden. Aan het onderzoek namen 6.662 kinderen deel die voor de leeftijd van 2 maanden geen allergische symptomen hadden ervaren. Hun voeding werd maandelijks verzameld van 3 tot 10 maanden en allergische aandoeningen (voedselallergie, eczeem, astma en rhinoconjunctivitis) werden gerapporteerd door de ouders op 2 maanden, 1 jaar, 2 jaar, 3,5 jaar en 5,5 jaar.

De wetenschappers ontdekten dat de nieuwe aanbevelingen niet nauwgezet genoeg werden opgevolgd: slechts 62% van de kinderen was begonnen met het diversifiëren van hun voeding tijdens de aanbevolen periode, d.w.z. tussen 4 en 6 maanden. Vervolgens stelden ze vast dat voor 1 op de 10 kinderen ten minste 2 belangrijke allergenen, waaronder eieren, vis, tarwe en zuivelproducten, nog niet in het dieet waren opgenomen op de leeftijd van 10 maanden. Toch hebben diezelfde kinderen twee keer zoveel kans op het ontwikkelen van een voedselallergie voor de leeftijd van 5,5 jaar dan kinderen bij wie de 4 allergenen in kwestie voor de leeftijd van 10 maanden worden geïntroduceerd.

"Deze studies bevestigen daarom het belang om de introductie van belangrijke voedselallergenen niet uit te stellen om het ontstaan van allergische aandoeningen bij kinderen te voorkomen", concluderen de auteurs van deze studie.