Huidreacties en Covid-19 vaccinatie

Afbeelding
huidreacties
Om de cutane verschijnselen, die zich kunnen voordoen na de injectie van verschillende soorten COVID-vaccins, te karakteriseren, heeft de Franse vereniging voor dermatologie (SFD) de COVACSKIN-studie opgezet. De gegevens werden anoniem verzameld uit het medisch dossier van de patiënten, door een dermatoloog die deelnam aan het project zodat Informatie kon worden verstrekt over het klinische aspect van de reactie, het tijdstip waarop die verscheen ten opzichte van de injectie, soms histologische gegevens en de evolutie ervan in de daaropvolgende dagen, evenals het al dan niet terugkeren tijdens de tweede of derde vaccinatiedosis.

De meeste gemelde reacties volgden op de eerste injectie van het vaccin (146/196 = 74,5%). De gemiddelde tijd tot het begin was 5,6 dagen. Gelokaliseerde reacties (25%) zijn meestal erythema Teus, oedemateus en pruritisch (38%) met een groot plakkaat >10 cm (70%).

Gegeneraliseerde reacties komen het vaakst voor (90%), met urticaria als meest voorkomende (20%).

De gemiddelde genezingstijd van de huidreactie is 19 dagen volgens de eerste verzamelde gegevens. De precieze pathofysiologische mechanismen van deze huidreacties moeten nog worden opgehelderd, maar het zijn geen allergische reacties. De COVID-vaccins staan erom bekend zeer immunogeen te zijn, wat zou kunnen leiden tot de reactivering van oude of reeds bestaande huidaandoeningen, zoals bulleuze aandoeningen of psoriasis of andere vormen van huidhyperreactiviteit. Deze reacties blijven echter van voorbijgaande aard en vormen in geen geval een contra-indicatie voor de voortzetting van de vaccinatie. De Franse studie bevestigt de resultaten van drie eerdere studies die over dit onderwerp zijn gepubliceerd door Amerikaanse, Spaanse en Engelse teams

Hoewel er soms zeer aanzienlijke huidreacties optreden, die zowel op de patiënt als op de arts indruk kunnen maken, verdwijnen deze altijd spontaan en zonder gevolgen binnen enkele dagen. De meeste treden op tijdens de eerste injectie en komen slechts in 30% van de gevallen terug tijdens de tweede injectie in vergelijkbare vormen, maar vaak van geringere intensiteit, wat geenszins een contra-indicatie vormt voor de voortzetting van de vaccinatie.