Koemelk-eiwitallergie: nieuwe Europese aanbevelingen

Afbeelding
x
Koemelk-eiwitallergie ("Cow's milk protein allergy", CMPA) is een van de meest voorkomende voedselallergieën bij zuigelingen. Ze treedt meestal op voor de leeftijd van één jaar. De European Society of Paediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition (ESPGHAN) heeft haar aanbevelingen voor de diagnose, behandeling en preventie van CMPA, waarvan de vorige dateerden uit 2012, geactualiseerd.

Allereerst benadrukken de experts het feit dat CMPA vaak wordt overgediagnosticeerd. Terwijl de prevalentie op basis van ouderlijke perceptie in studies vaak rond de 10% ligt, is de prevalentie op basis van een dubbelblinde, placebogecontroleerde orale challenge-test minder dan 1%. De hoeksteen van de diagnose van CMPA is de eliminatie van koemelk uit het dieet van het kind gedurende 2 tot 4 weken, gevolgd door een orale challenge-test.

 

Wat betreft de behandeling raden de auteurs als eerste keuze het gebruik van een sterk gehydrolyseerde zuigelingenvoeding aan gedurende 6 maanden of tot de leeftijd van 12 maanden. Gedeeltelijk gehydrolyseerde formules worden niet aanbevolen voor de behandeling van CMPA en formules op basis van aminozuren worden gereserveerd voor de meest ernstige gevallen.  Aan het einde van deze periode waarin geen koemelk wordt gebruikt, moet een nieuwe orale test worden uitgevoerd om te controleren of tolerantie is verworven.

Er wordt een follow-up door een diëtist of voedingsdeskundige aanbevolen om ervoor te zorgen dat de inname van macro- en micronutriënten voldoende is, vooral wat betreft vitamine D en calcium. De groei van een kind dat lijdt aan CMPA moet ook zeer regelmatig gecontroleerd worden om groeiachterstand zoveel mogelijk te voorkomen.

 

De auteurs bevelen borstvoeding aan vanwege de vele voordelen, maar de rol ervan bij het voorkomen van CMPA is niet wetenschappelijk onderbouwd. Bovendien worden er geen preventieve dieetbeperkingen aanbevolen voor moeders tijdens de zwangerschap en borstvoeding, behalve die welke verband houden met het feit dat ze zwanger zijn. Tot slot kunnen we op basis van de beschikbare wetenschappelijke gegevens geen verband leggen tussen de preventie van CMPA en de inname van probiotica, prebiotica of meervoudig onverzadigde vetzuren met lange keten.

Als conclusie is het van vitaal belang om deze aanbevelingen op te volgen als de diagnose van CMPA juist is, om de degradatie van de levenskwaliteit van getroffen baby's en hun ouders tot een minimum te beperken en om de voedingsstatus die nodig is voor een ongestoorde groei adequaat te houden. 

 

Ref: VANDENPLAS, Y. BROEKAERT, I. DOMELLÖF, M. « et col. » An ESPGHAN position paper on the diagnosis, management and prevention of cow’s milk allergy. Journal of Pediatric Gastroenterology & Nutrition, 2023, doi: 10.1097/MPG.0000000000003897.