Minder medicatiegebruik in rusthuizen

Afbeelding
x
Volgens een enquête van Solidaris bij 3.747 aangeslotenen die in de eerste helft van 2021 hun intrek namen in een woonzorgcentrum in Wallonië of Vlaanderen, gebruiken vele residenten van woonzorgcentra minder geneesmiddelen dan voor hun intrek. Het is echter essentieel om inspanningen te blijven leveren om zorgverleners te sensibiliseren. Solidaris roept op om apothekers te betrekken bij het toezicht op de kwaliteit van het voorschrijven van geneesmiddelen in woonzorgcentra door een Coördinerend en Adviserend Apotheker aan te stellen (CAA).

Verhuizen naar een woonzorgcentrum wordt geassocieerd met een vermindering in medicatiegebruik (uitgedrukt in aantal dagelijkse doses, of DDD's). Gemiddeld neemt iemand in een bejaardentehuis 772 DDD in de zes maanden na opname in een instelling, vergeleken met 943 DDD zes maanden voor opname in een instelling. Met andere woorden, het geneesmiddelengebruik daalde met 18% na opname in een woonzorgcentrum. Deze bevinding wijkt sterk af van wat tien jaar geleden werd waargenomen, toen opname in een woonzorgcentrum resulteerde in een relatief stabiel totaal geneesmiddelengebruik. Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze trend, waaronder de invoering van eenheidsprijzen in rusthuizen in 2015 en de mogelijkheid van individuele geneesmiddelenbereiding sinds 2012, maar ook het toegenomen bewustzijn van de noodzaak van rationeel geneesmiddelengebruik en de opleiding van coördinerende artsen en verpleeghuisadviseurs. De resultaten van het Solidaris-onderzoek tonen ook aan dat 38% van de mensen in rusthuizen antidepressiva gebruikt, vergeleken met 35% toen ze thuis waren (+9%). Van deze mensen zijn 1 op de 4 begonnen met antidepressiva nadat ze in een woonzorgcentrum waren terechtgekomen.

Een andere bevinding is dat 32% van de mensen in woonzorgcentra statines slikt, tegenover 39% voorheen (-18%).

Solidaris pleit ervoor om apothekers te betrekken bij het bewaken van de kwaliteit van het voorschrijven van geneesmiddelen in rusthuizen door het aanstellen van een Coördinerend en Adviserend Apotheker (CAA). Vlaanderen heeft al een stap in die richting gezet: het rusthuis of verpleeghuis kan een beroep doen op een coördinerende en adviserende apotheker (bijvoorbeeld degene die de geneesmiddelen aflevert in de instelling) om de farmaceutische zorg voor de bewoners te organiseren. Solidaris pleit voor een veralgemening van deze goede praktijk, omdat het CAA zo kan optreden als geneesmiddelendeskundige voor het verplegend personeel, het medicatieregime van de patiënt kan bespreken en indien nodig herzien, in overleg met de huisarts van de patiënt, en zo het zorgpersoneel kan helpen en ontlasten; maar ook kan optreden als adviseur voor de resident (of zijn of haar vertegenwoordiger) met betrekking tot zijn of haar geneesmiddelengebruik. Apothekers kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Ze kunnen bijvoorbeeld de therapietrouw en interacties tussen verschillende voorgeschreven en niet-voorgeschreven geneesmiddelen controleren. Het is cruciaal om goed in de gaten te houden of mensen in woonzorgcentra niet te veel of onnodige geneesmiddelen gebruiken, om bijwerkingen en contra-indicaties met andere geneesmiddelen te voorkomen. "Hoewel dit natuurlijk een essentiële taak is voor de behandelend arts, stelt het aanstellen van een coördinerend en adviserend apotheker deze laatste in staat om in dit opzicht een rol te spelen op dezelfde manier als de coördinerende en adviserende arts," legt Solidaris uit.