Het seizoen van de graspollen is niet alleen de moeilijkste periode voor veel allergiepatiënten, maar ook de langste, die loopt van mei tot juli, met een piek in intensiteit in juni. Dit komt door de opeenvolgende bloei van meer dan honderd soorten die samen de grassenfamilie vormen. "De pollenconcentratie ontwikkelt zich bij graspollen geleidelijker dan bij boompollen. Maar dit jaar kwam de toename van de graspollenconcentraties later dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar", verklaart Nicolas Bruffaerts, wetenschappelijk medewerker van de afdeling Mycologie en aerobiologie van Sciensano. "Pas wanneer de kritische drempel van 50 stuifmeelkorrels per kubieke meter lucht wordt bereikt, zullen de meeste allergiepatiënten waarschijnlijk symptomen krijgen. Deze drempel wordt vanaf juni vaak overschreden. Aan de kust zijn de pollenconcentraties gemiddeld lager dan in de rest van het land", vervolgt Nicolas Bruffaerts. Ten minste 1 persoon op 6 in België zou allergische symptomen vertonen bij blootstelling aan graspollen. Pollenallergie is een chronische seizoensziekte, waarvan rhinitis (ontsteking van het neusslijmvlies) de meest voorkomende vorm is en astma de ernstigste. De meest typische symptomen van pollenallergie zijn: tintelingen, jeuk achter in de mond en in de keel, tranende en rode ogen, niezen, verstopte neus, verstopte sinussen, loopneus, ademhalingsmoeilijkheden of verlies van reuk en smaak. In deze tijd van het jaar moeten allergiepatiënten hun basisbehandeling volgen, zoals aanbevolen door hun allergoloog, en astmapatiënten mogen hun behandeling nooit onderbreken, omdat dit hen kwetsbaarder kan maken voor infecties van de luchtwegen. Adviseer uw patiënten om regelmatig de website AirAllergy.be, de mobiele applicatie AirAllergy (Android(link is external) en iOS(link is external))en de Twitter-account @AirAllergy(link is external) te raadplegen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van het pollenseizoen in België.