Effectiviteit van farmacologische behandelingen en elektronische sigaretten bij stoppen met roken
319 gecontroleerde onderzoeken met in totaal 157.179 deelnemers, voornamelijk in de Verenigde Staten en Europa. Vergelijkingen tussen groepen suggereren dat sommige interventies effectiever zijn dan andere: (1) elektronische sigaretten met nicotine (odds ratio, OR 2,37; 95% CIr 1,73 tot 3,24); (2) varenicline (OR 2,33; 95% CIr 2,02 tot 2,68); (3) cytisine (OR 2,21; 95% CIr 1,66 tot 2,97). In absolute termen vertalen deze resultaten zich in een extra aantal onthouders per 100 deelnemers van respectievelijk acht (95% CIr 4 tot 13), acht (95% CIr 6 tot 10) en zeven (CIr 4 tot 12) in de drie voorgaande scenario's. Deze interventies lijken effectiever te zijn dan de andere, met uitzondering van nicotinevervangingstherapie die een combinatie is van een pleister en een snelwerkende galenische vorm, waarvan de bijbehorende OR met een hoge mate van zekerheid wordt geschat op 1,93 (95% CIr 1,61 tot 2,34).
Bijwerkingen werden gemiddeld door minder dan 3% van de deelnemers gemeld. Bupropion kon de oorzaak zijn van nevenwerkingen bij meer dan één op de honderd deelnemers.
Ref : Lindson N et coll. Cochrane Database of Systematic Reviews. Pharmacological and electronic cigarette interventions for smoking cessation in adults: component network meta‐analyses. 2023 (12 septembre): publication avancée en ligne. doi: 10.1002/14651858.CD015226.pub2