Moderna en Pfizer: dezelfde bijwerkingen bij 2e en 3e injecties

Afbeelding
Moderna en Pfizer
De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid (ICP) heeft besloten de "boostervaccinatie" voor alle personen van 65 jaar en ouder in de komende maanden te specificeren en te organiseren. Deze vaccinatie vindt plaats ten minste 4 maanden na de tweede dosis van een AstraZeneca-vaccin of het Johnson & Johnson-vaccin, en ten minste 6 maanden na de tweede dosis van een Moderna- of Pfizer-vaccin. Moderna of Pfizer. De herhalingsvaccinatie zal altijd worden gegeven met een mRNA-vaccin.
Uit een op 28 september door de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten gepubliceerde studie blijkt dat de bijwerkingen die na een boosterdosis van de vaccins van Pfizer en Moderna worden waargenomen, grotendeels overeenkomen met die welke na de tweede dosis worden ervaren.

De gegevens werden verzameld bij enkele duizenden mensen die een derde dosis van deze middelen kregen tussen half augustus en half september, toen dit was toegestaan voor bepaalde immunodeficiënte personen in het land. Uit de studie blijkt dat "de frequentie en de aard van de bijwerkingen vergelijkbaar waren met die welke werden waargenomen na tweede doses van de vaccins, en dat ze meestal mild tot matig en van korte duur waren," vertelde Rochelle Walensky, directeur van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC), tijdens een persconferentie. De op 28 september gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op zo'n 20 000 mensen die zich hebben geregistreerd op een applicatie (v-safe) en na hun injecties een vragenlijst hebben ingevuld. Van degenen die de vragenlijst na elk van de drie doses invulden, meldde ongeveer 79% een plaatselijke reactie na de derde injectie (pijn op de plaats van de injectie, enz.) en 74% een zogenaamde systemische reactie, d.w.z. die het hele lichaam betrof (vermoeidheid, enz.). Na de tweede injectie waren deze cijfers respectievelijk 78% en 77%, dus zeer vergelijkbaar.