Monoklonale antilichamen ineffectief tegen varianten

Afbeelding
monkolnale antilichamen
Vele monoklonale antilichamen, in het ziekenhuis toegediend via injectie of intraveneus, gericht tegen het piek-eiwit van het virus, hebben geholpen om de Covid-epidemie aan te pakken. Maar volgens het Europees Geneesmiddelenbureau lijken ze niet langer doeltreffend tegen de nieuwe varianten.

"Het is onwaarschijnlijk dat de monoklonale antilichamen die momenteel zijn toegelaten voor Covid-19 efficiënt zullen zijn," waarschuwde het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Exit dus Evusheld (tixagevimab/cilgavimab) en Xevudy (sotrovimab), die tot nu toe werden beschouwd als "neutraliserend ondanks een gedeeltelijk verlies van activiteit", aldus het geneesmiddelenbureau

"Deze monoklonale antilichamen neutraliseren het virus door zich te binden aan het spike-eiwit op zijn oppervlak. Opkomende stammen hebben mutaties in Spike die het vermogen van antilichamen om zich eraan te binden kunnen verminderen", aldus het EMA.

Gezondheidswerkers moeten daarom "alternatieve behandelingen overwegen, vooral als subvarianten zoals BQ.1 en BQ.1.1 de meerderheid worden", concludeert het EMA. Hieronder vallen antivirale middelen zoals Paxlovid (nirmatrelvir/ritonavir) en Veklury (remdesivir), die verschillende werkingsmechanismen hebben. Deze laatste "moeten hun werking tegen opkomende stammen behouden", aldus het EMA. Zij kunnen echter niet aan alle patiënten worden voorgeschreven, met name vanwege de talrijke interacties tussen geneesmiddelen.